Sprongetjes & slecht slapen: wat kun je doen?

Bij een pasgeboren baby denken we al snel aan slapeloze nachten. Als ouder kun je soms een gat in de lucht springen als je baby (en jij dus ook) eindelijk een nachtje of zelfs een paar uur doorslaapt. Langzaam ga je een patroon ontdekken in de slaap van je kindje.. totdat er een nieuw sprongetje voor de deur staat. Sprongetjes kunnen ontzettend veel effect hebben op het slaapgedrag. Elke keer als je net een fijn ritme hebt gevonden, voelt het alsof je weer terug bij af bent. Hoe herken je slaapregressie door een sprongetje en wat kun je als ouder doen? In dit artikel lees je alles over sprongetjes en slecht slapen.

Eerst is het belangrijk om te beseffen dat elk kindje anders is. Wat werkt voor de een, hoeft niet te werken voor de ander. Probeer jouw situatie dus niet te vergelijken met die van anderen en besef ook dat jouw tweede kindje misschien iets heel anders nodig heeft dan je eerste. Alles wat je leest over timings en sprongetjes is dus een globaal uitgangspunt, maar geen heilige graal. Ga vooral af op het gedrag van jouw kindje, maar neem de informatie mee in je achterhoofd om je kindje beter te leren begrijpen.

Welke sprongetjes hebben effect op slaapgedrag?

In principe kunnen alle sprongetjes effect hebben op het slaapgedrag van je kindje. Tijdens een sprongetje leert je kindje namelijk nieuwe dingen, waardoor de wereld telkens verandert. Deze veranderingen zorgen ervoor dat je baby een ontwikkeling doormaakt en dat kan altijd leiden tot ander gedrag. Toch kunnen we over het algemeen zeggen dat er 3 sprongetjes zijn die het meeste effect hebben op het slaapgedrag van baby’s, namelijk:

• de 4 maanden sprong
• de 6 maanden sprong
• de 8-10 maanden sprong

Deze sprongetjes zorgen allemaal voor een grote ontwikkeling, waarbij de kans groot is dat je kindje zich anders gaat gedragen. Lees snel verder om te ontdekken hoe elke sprong weer iets nieuws teweeg brengt dat effect heeft op de slaap.

4 maanden sprong

Tijdens de 4 maanden sprong leert je baby verbanden zien. De sensaties, patronen en vloeiende overgangen waren al bekend, maar dit zag je kindje tot nu toe als losse dingen. Nu je baby snapt dat sommige dingen bij elkaar horen en zo een grote gebeurtenis vormen, ziet de wereld er ineens heel anders uit! 

Rond de 20 weken begint het leuke gedeelte van deze sprong: je baby leert allerlei nieuwe vaardigheden, zoals voorwerpen vastgrijpen en brabbelen. Ook ontdekt je baby hoe hij kan omrollen én dat mama komt als hij begint te huilen. Het is belangrijk om te beseffen dat deze twee het meeste effect hebben op het slaapgedrag. Wat je als ouder kunt doen om de 4 maanden sprong gemakkelijker te maken, lees je in het artikel 4 maanden sprong & slecht slapen.

6 maanden sprong

De 6 maanden sprong doet er nog een schepje bovenop. Je kindje heeft het afgelopen halfjaar veel geleerd, maar nu maakt hij échte grote sprongen. Hij leert namelijk relaties tussen objecten en gebeurtenissen te herkennen en te begrijpen. Alle losse puzzelstukjes vallen nu in elkaar. Je baby moet flink wennen aan deze grote verandering en kan hangerig en huilerig worden. Deze fase duurt gemiddeld 4 weken, maar elk kindje is anders, dus jouw baby kan er korter of langer over doen.

Let op! Deze sprong valt ook nog eens samen met een moment van omrollen, waardoor je nu moet stoppen met inbakeren. De follow-up set kan je helpen om deze overgang kleiner te maken, waardoor je baby langzaam kan wennen.

Nu je baby snapt dat dingen zich tot elkaar verhouden wil hij daarmee experimenteren, bijvoorbeeld door een blokje in, achter, op of onder een ander blokje te leggen. Ook begrijpt je baby ineens dat als jij wegloopt, de afstand tussen jullie groter wordt. Dat kan zorgen voor verlatingsangst. In het artikel 6 maanden sprong: mijn baby wil niet meer slapen lees je een aantal handige tips om je kindje door deze fase van verlatingsangst heen te helpen.

8-10 maanden sprong

Tussen week 33 en week 38 gaat je kindje een nieuwe sprong in die zorgt voor nieuwe vaardigheden. Je kindje leert nu om categorieën te herkennen en krijgt het besef dat hij alles in groepjes kan verdelen. Hij snapt nu dus welke dingen er hetzelfde uitzien, klinken, proeven, ruiken of voelen. Ook leert je kindje overeind zitten, kruipen, tijgeren, zwaaien en zelf te eten. Taal gaat een grotere rol spelen: je baby bestudeert echt wat je tegen hem zegt en probeert misschien zelf al wat te ‘vertellen’.

Door de grote verandering kan je baby opnieuw hangerig en huilerig zijn. Een onhandige timing, want je baby wordt ouder en kan steeds langer wakker zijn. Hierdoor ga je in deze periode vaak naar een slaapje minder overdag. Ook kan je baby nog steeds verlatingsangst hebben sinds de 6 maanden sprong en beweegt je kindje steeds meer, ook ‘s nachts. Hoe je daar het beste mee om kunt gaan, lees je in het artikel 8- 10maanden sprong: een ander slaapritme.

Het komt allemaal goed

In welk sprongetje jouw baby ook zit, bedenk altijd: het is maar tijdelijk. Je baby heeft een moeilijke periode, maar dat is allemaal voor een goed doel. Je kindje leert, ontwikkelt en groeit en voordat je het weet is hij alweer een jaar! Probeer je dus niet te veel zorgen te maken, geef je kindje troost wanneer dat nodig is en heb vooral geduld. Alle vervelende dingen gaan voorbij en je ziet je kindje ontzettend snel groeien. Het eerste jaar is een uitdagende, maar ook hele mooie en interessante periode. De eerste jaren van een kind worden niet voor niets de ‘tropenjaren’ genoemd. Heel veel succes!

Liefs,

Frederieke