8-10 maanden sprong: een ander slaapritme

Het is weer zover! Tussen week 33 en week 38 gaat je baby een nieuwe sprong in. Je kindje leert nieuwe vaardigheden die de wereld er ineens compleet anders doen uitzien. Ook kunnen de nieuwe vaardigheden ervoor zorgen dat je kindje ineens meer moeite heeft met slapen. Je baby heeft dan te maken met de gevreesde 8 maanden slaapregressie. Wat gebeurt er allemaal in het hoofd van je kindje? Wat kun jij als ouder doen in deze moeilijke periode? Lees in dit artikel alles over de 8 maanden sprong, inclusief handige tips om je kindje te helpen met slapen!

Wat gebeurt er tijdens de 8 maanden sprong?

Rond de 8 maanden ontwikkelt je kindje het vermogen om categorieën te herkennen en krijgt het besef dat hij de wereld in groepjes kan verdelen. Zo ziet hij ineens dat sommige dingen er hetzelfde uitzien, hetzelfde geluid maken, hetzelfde proeven, ruiken of aanvoelen.

Rond dezelfde tijd leert je kindje een hoop nieuwe vaardigheden, zoals overeind zitten, zwaaien, zelf eten, kruipen en tijgeren. Vroege vogels proberen zelfs al te staan of een stapje te zetten. Ook begint taal een grote rol te spelen. Je baby bestudeert aandachtig de woorden die je tegen hem zegt en sommige baby’s beginnen zelf al een beetje te brabbelen. Je baby is zich steeds meer bewust van de wereld om hem heen en heeft heel erg de behoefte om te ontdekken.

8 maanden slaapregressie

Al die nieuwe dingen en veranderingen maken het slapen niet gemakkelijker. Veel baby’s krijgen te maken met de 8 maanden slaapregressie. De een vindt het moeilijk om in slaap te vallen, de ander is halverwege de nacht klaarwakker. Deze verstoorde slaap wordt veroorzaakt door verschillende factoren:

• Je baby is hangerig en huilerig. Door de grote mentale ontwikkelingen heeft je baby opnieuw last van de 3H’s: hangerig, huilerig en humeurig. Het kost namelijk veel energie en aanpassingsvermogen om te wennen aan de nieuwe blik op de wereld. Door deze hangerigheid is je baby ook minder snel tevreden in bed, waardoor slapen minder goed gaat. 
• Je baby beweegt meer, ook ‘s nachts. Met de nieuwe vaardigheden is de kans groot dat je baby ‘s nachts ook meer gaat bewegen. Tijgeren, heen en weer rollen, zichzelf overeind trekken: sommige baby’s gaan het hele bedje door. 
• Je baby gaat van 3 naar 2 slaapjes overdag. Nu je baby wat ouder is, kan hij langer wakker zijn. Dit betekent dat je baby na 1,5 a 2 uur wakker zijn nog niet altijd toe is aan het volgende slaapje. Het ritme van je baby verandert en dat is echt even wennen. Je baby is al bezig met zoveel nieuwe ontwikkelingen en het nieuwe slaapschema maakt het allemaal lastig te verwerken.
• Je baby heeft verlatingsangst. Na de 6 maanden sprong realiseert je baby zich ineens dat de afstand tussen jullie groter wordt als je wegloopt. Hierdoor kan je baby verlatingsangst krijgen en erg eenkennig worden. Deze aanhankelijkheid duurt best een tijdje, want je baby heeft veel tijd nodig om te wennen aan het idee dat mama of papa niet altijd in de buurt is. Hij moet nog het vertrouwen krijgen dat mama of papa altijd weer terugkomt.

Wat kan ik doen?

Tips om je baby te helpen deze fase door te komen:

• Neem je baby serieus. Begrijp dat je baby het moeilijk heeft tijdens zo’n sprong. Onderschat deze fase dus niet en geef je baby troost wanneer dat nodig is. 
• Oefen de nieuwe vaardigheden. Help je baby de nieuwe vaardigheden onder de knie te krijgen door samen te oefenen. Probeert je kindje te tijgeren in de box? Zet je kindje dan op een kleed en geef hem flink wat tijd om allerlei dingen uit te proberen. Begeleid je kindje in zijn pogingen en blijf het samen opnieuw proberen. Hoe sneller je baby de nieuwe skills heeft geleerd, hoe eerder deze lastige fase voorbij is.
• Bied tijdelijk een vroegere bedtijd aan. Nu het laatste slaapje in de middag niet meer wordt aangeboden, is het verstandig om je kindje in het begin iets eerder naar bed te brengen. Zo voorkom je dat je baby oververmoeid raakt en het stress-responssyteem van het lichaam wordt geactiveerd waardoor slapen niet meer lukt.
• Let op wakkertijden en vermoeidheidssignalen. Zorg dat er tussen het middagslaapje en de bedtijd ‘s avonds maximaal 4 uur wakkertijd zit. Let daarbij goed op vermoeidheidssignalen! Verandert het gedrag rond een uur of 17:00? Dan is je baby moe en kun je hem beter wat eerder naar bed brengen.
• Zorg voor geborgenheid in bed. Door de nieuwe vaardigheden gaat je kindje ‘s nachts meer bewegen, waardoor het slechter of onrustiger slaapt. Door je kindje een slaapzakje aan te trekken wordt wild bewegen wat uitdagender. Ook kan het NUNKI lakentje enorm helpen. De fijne druk helpt je kindje ontspannen en prikkels verwerken, met meer rust in bed als gevolg.

En onthoud: het is maar tijdelijk!