Omgaan met slaapregressie: 5 tips

Als kersverse ouder kijk je uit naar die fijne momenten waarop je baby in vredige rust slaapt. Ongetwijfeld komt er een keer een moment waarop je baby plotseling onrustig is, moeilijk in slaap valt of niet doorslaapt. Geen paniek, je bent niet alleen. Bijna alle ouders van jonge kindjes stoeien met slaapregressie, een fase waarin je kleintje zich groeit en verder ontwikkelt. Lees in dit artikel een aantal handige tips om periodes van slaapregressie zo goed mogelijk te laten verlopen.

Als je op zoek bent naar dé tip waarmee je baby altijd rustig doorslaapt, dan moet ik je helaas teleurstellen. Zo simpel is het niet. Of je baby goed slaapt, is afhankelijk van vele factoren en bovendien is elk kindje anders. Lees daarom ook even deze tips om de ideale slaapomgeving te creëren, zodat je het beste uitgangspunt hebt. Dat gezegd hebbende, duiken we verder in het onderwerp slaapregressie.

Wat is slaapregressie?

Slaapregressie is een tijdelijke fase waarin het slaappatroon van een voorheen goed slapende baby verstoord raakt. Het is een normaal onderdeel van de ontwikkeling en treedt vaak op tijdens verschillende leeftijdsfases, waarin baby's nieuwe vaardigheden leren. Enkele voorbeelden:

• Rond 4 maanden: Veel baby's ervaren slaapregressie rond de 4 maanden, wanneer ze beginnen met rollen. Het ontdekken van deze nieuwe motorische vaardigheid kan leiden tot onrustige nachten.
• Rond de 6 maanden: In deze fase leert je kindje de relatie zien tussen verschillende gebeurtenissen. De losse puzzelstukjes vallen in elkaar, waardoor de wereld er plots heel anders uitziet. Je baby moet dit verwerken en dat uit zich vaak in slecht slapen.
• 8-10 maanden: Tijdens deze periode proberen baby's vaak te staan of te kruipen, wat hun slaappatroon kan beïnvloeden. Ze oefenen nieuwe bewegingen en kunnen 's nachts vaker wakker worden.

Slaapregressie is eigenlijk altijd gekoppeld aan belangrijke ontwikkelingsmijlpalen, waarbij de groeiende nieuwsgierigheid en motorische vaardigheden van de baby hun slaappatroon beïnvloeden. De drang om nieuwe dingen te ontdekken kan resulteren in onrustige nachten en veranderingen in het slaapgedrag. Het is een normaal onderdeel van de groei, maar het kan voor ouders uitdagend zijn terwijl ze hun baby's helpen omgaan met deze ontwikkelingen. Daarom hier een aantal tips.

1. Flexibiliteit in slaapschema's

Slaapregressie kan leiden tot onvoorspelbare slaappatronen. Waar het normaal belangrijk is om te werken met een vast bedritueel en voorspelbare patronen, is het nu belangrijk dat je als ouder wat flexibeler kunt zijn. Heb daarom niet te veel verwachtingen en pas het slaapschema aan op de behoeften van je baby. Misschien heeft hij nu kortere dutjes nodig gedurende de dag, of wil hij 's nachts extra troost. Volg zijn leiding en creëer een slaapschema wat bij deze behoeftes past. 

2. Creëer een comfortabele slaapomgeving

Maak de slaapomgeving van je baby zo comfortabel mogelijk. Een rustige, donkere kamer met een comfortabel matrasje en een constante temperatuur bevordert een goede nachtrust. Overweeg ook het gebruik van zachte dekentjes of slaapzakjes voor extra geborgenheid. Tip: het NUNKI lakentje is speciaal ontwikkeld om baby’s een geborgen gevoel in bed te geven. De fijne druk helpt je baby ontspannen en prikkels verwerken, waardoor je kindje gemakkelijker in slaap valt én blijft.

3. Troost en knuffels

Slaapregressie kan gepaard gaan met een verlangen naar meer nabijheid. Je baby moet namelijk wennen aan alle veranderingen en kan zich misschien wat onveilig worden in de ‘nieuwe’ wereld die hij heeft ontdekt. Geef je baby daarom altijd de troost en knuffels die hij nodig heeft. Een extra knuffelsessie voor het slapengaan kan bijvoorbeeld wonderen doen. Het gaat erom dat je je baby geruststelt, zodat hij zich veilig kan voelen. 

4. Observeren en aanpassen

Elke baby is anders. Daarom is het heel belangrijk om het gedrag van je kleintje goed te observeren en je aanpak aan te passen op basis van zijn signalen. Misschien reageert hij beter op een rustgevend slaapliedje, een wiegende beweging of een specifiek slaapritueel. Wees bereid om (tijdelijk) aanpassingen te maken en besef dat dit niet voor altijd is! Het is heel normaal dat je baby het soms even wat moeilijk heeft en er komen tijden aan waarin het weer beter gaat met slapen.

5. Vertrouw op je ouderinstinct

Deze laatste tip is een belangrijke: durf te vertrouwen op je ouderinstinct. Jij kent je baby namelijk het beste.  Laat je niet ontmoedigen door adviezen die niet aansluiten bij de behoeften van jouw kind. Uiteindelijk ben jij de expert als het gaat om je eigen baby. Als een bepaalde aanpak niet werkt, probeer dan gewoon iets anders. Geef je baby wel even de tijd om te wennen aan veranderingen, want hij krijgt in deze periodes al zoveel te verwerken!

Slaapregressie is tijdelijk

De periodes van slaapregressie kunnen enorm uitdagend zijn, maar onthoud dat het slechts een fase is in de unieke reis van het ouderschap. Door flexibel te zijn, een comfortabele slaapomgeving te creëren, troost te bieden, te observeren en aan te passen, en vooral te vertrouwen op je ouderinstinct, kun je deze fase samen met je baby doorstaan. Elk kind is anders, en jouw liefdevolle benadering zal een langdurige impact hebben op hun welzijn en slaapgewoonten. Blijf rustig, wees geduldig en probeer te genieten van alle kleine momentjes. You got this!