Hoe werkt een slaapcyclus van een baby?

Midden in de nacht wordt je wakker, omdat je baby je aandacht nodig heeft. Voor je het weet zit je met je slaperige hoofd te wiegen en te sussen. Als kersverse ouder kunnen de nachten soms ontzettend vermoeiend zijn. Hoe komt dat precies? Wat gebeurt er in dat slapende brein van je kleintje? In dit artikel lees je hoe de slaapcyclus van een baby precies werkt en waarom het zo lastig is om twee slaapcyclussen aan elkaar te koppelen. 

Zoals altijd wil ik eerst even benadrukken dat elk kindje anders is. Wat werkt voor het ene kindje, hoeft niet zo te werken voor het andere kindje. De informatie in dit artikel is vooral handig om een globaal beeld te krijgen van hoe het lijf en brein van een pasgeboren baby werkt, zodat je je kindje beter leert begrijpen. 

Overgang van baarmoeder naar bed

In de geborgen baarmoeder had je baby totaal geen besef van dag of nacht. De baarmoeder zorgde voor een constante omgeving, waar je baby weinig prikkels kreeg en gewoon soms wakker is en soms een dutje doet. Nu, in jullie wereld, wordt hij geconfronteerd met een nieuw ritme. Het kan een flinke tijd duren voordat je baby hieraan gewend is! Omdat een baby zich in het begin nog niet kan aanpassen aan jullie, zullen jullie je moeten aanpassen aan je kindje. Je merkt vanzelf wanneer je baby voeding, aandacht of slaap nodig heeft. 

De slaapcyclus van een baby

Hoe ziet zo’n slaapcyclus van een baby er precies uit? Anders dan bij volwassenen duurt de slaapcyclus van een baby maar ongeveer 45 minuten. Het is als een kort slaapavontuur waarin ze langs 4 verschillende slaapstadia gaan: lichte slaap, iets diepere slaap, diepste slaap en de droomslaap (REM). Dit is anders dan bij volwassenen. Wij gaan direct vanuit lichte slaap naar de diepe slaap en belanden daarna ongeveer 20 minuten in de REM-slaap (droomfase). Je baby doorloopt dus meerdere fases én de fases zijn bovendien korter.

Naarmate de baby ouder wordt, groeit die cyclus naar zo'n 50 minuten. Dat is ook de tijd waarin je merkt dat je baby beter wordt in het aan elkaar koppelen van die slaapmomenten, wat betekent dat ze langer kunnen slapen zonder wakker te worden. Pas als je kindje 1 jaar is, begint de slaapcyclus te lijken op die van een volwassene. Ook dan duurt de cyclus korter: zo’n 60 minuten. Sommige onderzoeken concluderen dat een slaapcyclus pas bij de 5 jaar helemaal verloopt zoals wij gewend zijn.

Slaapcyclussen aan elkaar koppelen

Om de hele nacht door te slapen, moet je slaapcyclussen aan elkaar koppelen. Het verbinden van die slaapcyclussen is voor baby’s nog een beetje een puzzel. Baby's worden vaak na één cyclus wakker en hebben moeite om soepel naar de volgende te gaan. Dat verklaart die korte hazenslaapjes. Een nieuwe cyclus begint weer met lichte slaap, waardoor je kindje dan sneller wakker wordt. Dit komt ook doordat baby’s vaak veel bewegen. Ze kunnen de cyclus dan niet goed aan elkaar koppelen en worden dan wakker. Het vermogen om die cycli te koppelen ontwikkelt zich in de loop van de tijd. Het beste wat je als ouder kunt doen is dus geduld hebben! Je kindje heeft echt tijd nodig om dit te leren.

Tip! Ga 5 minuten voor het einde van een cyclus rustig de kamer in. Mocht je kindje dan een beetje wakker worden, voelt hij zich veilig en valt hij misschien weer terug in slaap. Probeer ook de bewegingen van je kleintje te beperken, zodat het gemakkelijk wordt om de cyclussen aan elkaar te koppelen.

Tips voor beter slapen

Er bestaan helaas geen tips of producten die er direct voor zorgen dat je baby beter gaat slapen, maar je kunt wel de optimale omstandigheden creëren! Dat doe je zo:

1. Knusse slaapomgeving

Zorg voor een gezellige en knusse slaapomgeving. Hou de kamer donker, want dit kan helpen bij de aanmaak van het slaaphormoon melatonine. Kies eventueel ook rustgevende geluiden of witte ruis om je baby te helpen ontspannen.

2. Even wachten bij wakker worden

Als je baby na een hazenslaapje wakker wordt maar niet huilt, geef hem dan een paar minuten om zelf weer in slaap te vallen. Soms hebben ze gewoon wat tijd nodig.

3. Creëer een slaaproutine

Dit kan bestaan uit een rustige tijd voor het slapengaan, zoals een warm badje, een verhaaltje, of zachte muziek. Een routine helpt je baby om te begrijpen dat het tijd is om te slapen.

4. Zelf in slaap leren vallen

Grote kans dat je baby sneller in slaap valt bovenop jou dan in het bedje. Toch moet je baby leren om zelf in slaap te vallen. Laat je kindje hier langzaam aan wennen. Leg hem in het bedje, maar blijf er in het begin zelf bij. Leg je hand op zijn hoofd of buik, zodat hij zich veilig voelt door de aanwezigheid van mama of papa. Probeer stapje voor stapje steeds iets meer afstand te nemen. Ga bijvoorbeeld eerst naast het bedje zitten en blijf op een gegeven moment wel in de kamer, maar op een afstandje. Geef hem het gevoel dat je altijd in de buurt bent, zodat hij langzaam het vertrouwen ontwikkelt om zelf in slaap te vallen.

Tip: met het NUNKI lakentje kun je het geborgen en vertrouwde gevoel van de baarmoeder nabootsen in bed. De elastische stof geeft een fijne druk op het bovenlichaam van je kindje, waardoor hij zich veilig en ontspannen voelt en gemakkelijker in slaap valt. Het lakentje kan niet losraken, waardoor je kindje minder snel wakker wordt.

Elke baby is anders

Als het gaat om het slaapgedrag van je baby is geduld de sleutel. Elk kind ontwikkelt zich op zijn of haar eigen tempo. Begrijp de behoeften van je baby en gebruik de tips om het gemakkelijker te maken. Zo draag je bij aan een betere nachtrust, voor zowel je kleintje als voor jezelf. Onthoud dat er geen universele oplossing is in de wereld van ouderschap. Het is een beetje uitproberen en ontdekken wat het beste werkt voor jou en je baby. Succes!

Liefs,

Frederieke